Modeling group process constructs at three stages in group psychotherapy
Jan V. Bakali , Scott A. Baldwin & Steinar Lorentzen (2009). Modeling group process constructs at three stages in group psychotherapy. Psychotherapy Research, 19 (3), 332-343
Verslaggever Hans Bakker
Abstract
This study examined the relationships among group therapy processes measured by the Working Alliance Inventory-Short Form, the Therapeutic Factors Inventory Cohesiveness subscale, and the Group Climate Questionnaire-Short Form in a sample of 145 patients attending 18 psychodynamic groups. Five hypothesized models were tested early in therapy (Sessions 3 and 4) using multilevel confirmatory factor analysis. Two three-factor models approached conventional standards of model fit. By merging these two models, a three-factor model consisting of member-leader alliance, positive bonding relationship, and negative relationship fit the data well. Later in therapy, member-leader bonding was no longer important to member-group cohesion, indicating that cohesion and alliance and the member-leader versus member-group bonding represent different processes.
Wat betekent dit voor groepstherapie en de nvgp?
In dit onderzoek worden de kenmerken van de hechtingsrelaties (alliantie) tussen de groepsleden onderling en die tussen de groepsleden en de therapeut onderzocht. De belangrijkste conclusie is dat de groepslid- leider alliantie en de groepslid- groep alliantie (cohesie) zich onafhankelijk van elkaar ontwikkelen. Het een volgt niet direct het ander op en komt ook niet zozeer in de plaats daarvan. De band tussen de groepsleden onderling en de band tussen de groepsleden en de leider zijn dus verschillende dingen. Verder blijkt uit dit onderzoek en uit vroeger onderzoek (Johnson et al,. 2005) dat er nog een factor van invloed is. Deze beschrijft negatieve relaties. Deze factor staat los van de bovenstaande factoren en heeft geen consequenties voor de factoren ‘cohesie’ en ‘alliantie’. Tot slot laat dit onderzoek zien dat zorgvuldige factoranalyse een belangrijke onderzoekstechniek is om de samenhang of onafhankelijkheid van belangrijke factoren in groepstherapie inzichtelijk te maken.
Relevantie voor richtlijnen | O O O O O |
Relevantie voor onderzoek | O O O O O |
Relevantie voor groepsbehandeling | O O O O O |
Relevantie voor teamcoaching | O O O O O |
Relevantie voor groepsdynamicaopleiding | O O O O O |
Relevantie voor groepstherapieopleiding | O O O O O |
Relevantie voor KP opleiding/Psychiatrie opleiding | O O O O O |